Deelnemers

Kaart

Interviews

Foto van Martin Pruimers

Martin Pruimers

Interview met: Martin Pruimers

25 juni 2014

Even voorstellen

“Mijn naam is Martin Pruimers, 63 jaar. Sinds twee jaar met prepensioen. Eerst heb ik 18 jaar in het personeelswerk gewerkt en vervolgens bijna 25 jaar in de automatisering als manager van een servicedesk. En nu doe ik eigenlijk vooral wat ik leuk vind. Vrijwilligerswerk en ik lees heel veel. Verder volg ik een cursus Zweeds, gewoon om nog een keer een taal te leren. Ik heb nog veel meer hobby’s en interesses: de natuur (vooral vogels), de wielersport, kunst en architectuur, geschiedenis en muziek, zowel klassiek als muziek uit de jaren ’60 en ’70. Ik ben ook al een aantal jaren bezig met het uitpluizen van het voorgeslacht van mijn dochter. Ik ben dus niet alleen bezig met mijn eigen voorouders, maar ook met die van mijn vrouw. Daar komt VeleHanden om de hoek kijken.”

Waarom VeleHanden?

“Omdat ik veel met stambomen heb gedaan, het uitzoeken van mijn voorgeslacht, maak ik veel gebruik van de gegevens die op internet te vinden zijn. Hoofdzakelijk doe ik onderzoek via internet. Ik ga ook wel eens naar het Stadarchief Amsterdam toe want mijn voorgeslacht komt grotendeels daar vandaan. In het tijdschrift Genealogie las ik een oproep over VeleHanden. Toen dacht ik, daar wil ik wel aan meewerken. Vooral omdat het vrijblijvend is.

Er staan gegevens op internet, die staan voor iedereen beschikbaar en zijn heel gemakkelijk te vinden. Ik dacht, laat ik daar een kleine bijdrage aan leveren. Ik houd er niet van om alleen maar te nemen, ik wil ook geven. Het is ook mijn eigen ervaring, maar op deze manier heeft iedereen dezelfde voordelen als ik.

Eén van de leuke aspecten aan VeleHanden is dat je zelf, al invoerend, gaat zitten fantaseren over de verhalen achter de mensen. Bijvoorbeeld bij een gezin in een grachtenpand van vier personen met tien man personeel. Het is ook weleens minder leuk, bijvoorbeeld toen ik veel mensen met de religie (Nieuw of Portugees) ‘Israëlitisch’ invoerde die allemaal rond 1880-1900 waren geboren. Ik zat me dikwijls af te vragen hoeveel van die mensen in de jaren ’40-’45 zijn afgevoerd. Heel veel, vrees ik. Soms is het zelfs ook wel, klinkt misschien stom, een beetje emotioneel, want het voorbeeld wat ik hierboven benoem doet je wel iets natuurlijk.”

Leukste project?

“Op dit moment ben ik echt actief meewerkend aan: Overgenomen Delen, Bevolkingsregisters Amsterdam en Bevolkingsregisters Deventer. Ik denk toch dat ik de Bevolkingsregisters van Amsterdam het leukste vind. Als Amsterdammer, geïnteresseerd in de geschiedenis van de stad, zocht ik naar de koppeling tussen mensen en het adres. Bij sommige overvolle scans in de Haarlemmer Houttuinen of andere straten met kleine huisjes flitsten de beelden uit ‘Koninkrijk vol sloppen’ door m’n hoofd. Het AlleFriezen project heb ik voor mijn stamboom ook veel aan gehad, zij hebben zoveel beschikbaar op een goede manier, maar om dat project er ook nog bij te doen werd iets te veel.”

Wanneer op VeleHanden?

“Ik werk over het algemeen wel elke dag op VeleHanden, vaak ’s avonds een uurtje. Ik kijk per dag hoe het gaat, maar als ik op een dag één scan doe of 10 scans, is er niemand die er iets van zegt. Ik heb een tijd gehad dat ik elke dag, voor elk project waaraan ik meedeed, 5 scans deed. Nu is dat teruggebracht tot één scan omdat ik wat meer problemen met mijn handen heb.”

Wat heeft u geleerd?

"Ja, het lezen van de oude krullerige handschriften gaat me steeds beter af. Bijvoorbeeld die malle S die ze vroeger schreven. Dat is dan wel een uitdaging, want aan deze handschriften kan je niks veranderen. Verder dat je het besef gaat hebben van hoe verschrikkelijk veel mensen er in een woning woonden (bijvoorbeeld in de Jordaan). Daar heb ik dan weer verschillende boeken over gelezen. Dan kom je daarna bijvoorbeeld op de grachten huizen tegen waar maar drie mensen woonden, met vijf bedienden. Je zou kunnen zeggen dat het ook een soort sociologie is, het is niet alleen maar domweg overtikken!”

Wat kunnen we verbeteren?

“Op dit moment doe ik alleen indexeren. De automatische opschuiving vind ik prachtig. Je kan er voor kiezen om dat uit te zetten maar ik vind het juist hartstikke mooi. Wat wel een beetje storend is, is dat de foutmeldingen soms te lang in beeld blijven. Ik lees vrij snel dus ik vind dat ze te lang blijven staan.

Al eens eerder heb ik met Nelleke van Zeeland contact gehad over de personeelsgegevens van de NDSM die nu, vrees ik, in het archief liggen te ‘verstoffen’. Nu leven er nog mensen die toelichting kunnen geven op dingen, en daarbij denk ik in de eerste plaats aan mezelf. Dat klinkt behoorlijk arrogant, maar ik was de laatste jaren van het bestaan (en ook tijdens het uiteenvallen van het bedrijf rond 1979) van de NDSM personeelschef en hoofd personeelsadministratie (zoek maar op: werfnummer 03268 :-)). Ik begrijp de privacy-overwegingen om dit project niet in VeleHanden op te nemen (maar de mijne ‘jeuken’), maar informatie van een insider helpt wel om dingen beter te interpreteren. Als je dat soort informatie nu vastlegt, is deze in ieder geval beschikbaar op het moment dat er wel iets met de gegevens mag worden gedaan. Bovendien ben ik in staat om mijn handschrift te lezen dat, vrees ik, op veel personeelskaarten en in rapporten voorkomt. Misschien is de indruk ontstaan dat ik me zit op te dringen; dat is niet de bedoeling. En ook is het niet zo dat ik er geen zin in heb, want dan was ik er überhaupt niet over begonnen.

VeleHanden, ik vind het een mooi project!”