Onderstaande akte van Jacob de Winter bevat een lijst met scheepsparten.
JACOB DE WINTER 1648-1710 - 3 - 2410 - A27318000254
Daarin worden als schippers onder andere genoemd Hilleke Rinckes van Warrens (nu Warns, Friesland) en Jetje Claesz Molenaer van Hinlopen (nu Hindeloopen, Friesland).
Om te kijken of het hier inderdaad om vrouwelijke schippers gaat, heb ik even gekeken in het ondertrouwregister van SAA. Hilleke lijkt overwegend als vrouwennaam te zijn gebruikt. Er zijn 17 bruiden met die naam en 3 bruidegommen - al is er het geval waarbij de ambtenaar 'Hilleke' noteerde en de bruidegom tekende met de naam 'Hielke' (12-08-1735 - DTB 577, p. 326).
In een andere ondertrouwinschrijving tekent de bruidegom met Hielleke (27-10-1797 - DTB 643, p. 129). De derde tekent met een kruisje (02-01-1739 - DTB 581, p. 367).
En achter Jetje staat dus 'Claesz' wat twijfel oproept. Al heb ik in andere aktes met regelmaat gezien dat achter een vrouwennaam toch een patroniem eindigend op 'sz' werd geschreven.