JAN ARDINOIS 1719-1765 - 1 - Beginner - 9121 - (1735-1735) - NOTA00810000765

De vier gezworen waagdragers in het Vriesse Veem leggen in 1735 in een akte de condities van de negotie vast. Een aantal vind ik wel het vermelden waard.

Bij het vaststellen van de werktijden werd al een zomer- en een wintertijd toegepast. De wintertijd liep vanaf de Amsterdamse kermis tot 1 mei. De zomertijd van 1 mei tot de kermis. In de winter moeten de waagdragers vóór 8 uur op de Dam zijn. In de zomertijd vóór 7 uur.



Te laat komen kost geld: drie stuivers als je later komt dan 8 uur, zes stuivers na half 9, negen stuivers na 9 uur en maar liefst vijf gulden na half 10. Dit noemen de comparanten 'van de leep hebben'. In de zomer hetzelfde maar dan alles een uur eerder.

Degene die 'de leep heeft' zal zo'n dag niet profiteren van hetgeen met werken gewonnen zal zijn.

Als iemand ziek of 'suchtig' is, moeten de anderen zijn werk overnemen en de winst met hem delen, als ook met een eventueel opgeroepen noodhelper in geval van 'drokheijd van werk'. De zieke moet zich dan wel vóór half 9 resp. half 10 ziek melden en de ziekte mag niet het gevolg zijn van vechten of slaan!

Als een veembroeder sterft, krijgt de weduwe 'tot vereering of geschenk' een bedrag van 500 gulden. Dit bedrag wordt betaald door degene die in de voetsporen van de overledene treedt. Die persoon moet sowieso 1000 gulden betalen.

Dronken of onbequaam op het werk verschijnen levert een boete op van vijf gulden en je zal niet te trekken hebben van de verdiensten van dien dag.



Als een van de waagdragers of klanten van het veem overlijdt, en er gevraagd wordt het lijk te dragen, zal dit bij toerbeurt geschieden en niemand mag daarover zeuren. De profijten zijn dan voor degene die aan de beurt is. De een z'n dood...