Alle Amsterdamse Akten

Miljoenen akten liggen nog begraven in het archief van de Amsterdamse Notarissen. Ga mee op ontdekkingstocht en help de geschiedenis van Amsterdam herschrijven!

Stand van zaken

  • 166/514 notaris
  • 1.562 deelnemers

  • 166
    Notaris32.3%
  • 1.013.201
    • 0% Onbruikbaar
    • 68.3% Ingevoerd
    • 57.5% Gecontroleerd
    Ingevoerd 68.3%
  • 852.163
    • 0% Onbruikbaar
    • 68.3% Ingevoerd
    • 57.5% Gecontroleerd
    Gecontroleerd 57.5%
Meedoen aan dit project
Dit project heeft al meer dan
1 Miljoen ingevoerde akten! De miljoenste akte is ingevoerd door Greet van Looij op 28-02-2024 om 18:35!

Project info

 
verwijderd225112020

verwijderd225112020

Het harde muzikantenleven

KLAB03099000146

Helena Jurriaens verhuurt zich een jaar lang, om elke dag van 's ochtends tot 's avonds klavecimbel te spelen in het huis van Aldert Cornelisz.

Dat vond ik al een verbazingwekkend feit, 7 dagen in de week, de hele dag, zouden Aldert en zijn vrouw Griete geen zin hebben om het geluid soms eens even uit te zetten?

De naam van de man van Helena, Jan Jacobsz, is in de akte nogal resoluut doorgestreept, dus dat zij hele dagen ging spelen, zal niet uit weelde zijn geweest. En dat wordt al snel duidelijk, want al na 3 dagen bevalt ze van een zoontje, wat slechts 7 weken oud wordt. Marritgen Jans heeft voor de min en de begrafenis betaald, en Helena komt ook nog eens in de boeien terecht. Het wordt in deze akte niet duidelijk waarom, maar Aldert Cornelisz betaalt ook voor haar kosten in de gevangenis én zorgt ervoor dat haar verpande kleding teruggekocht wordt.

Uit de eerstvolgende akte, een pagina verder, blijkt dat ze voor het 'muziekcontract' ook enkel in kleding betaald werd, dus dat ze dit moest belenen om in leven te blijven is dan ook geen verbazingwekkend feit.

Heel nieuwsgierig naar het verdere leven van Helena, nam ik daarom eens in een kijkje in de indexen, om te zien of het kindje wellicht nog gedoopt was, er een vader bekend zou zijn, of ze nog eens trouwde. Altijd lastig echter, wanneer er geen achternaam in het spel is, en de vader/echtgenoot onzeker. Tot mijn verrassing vond ik haar 10 jaar later, op 16-01-1659 in de confessies.  Waar ze bekent ene Jan Pieterse met een tang geslagen te hebben, uit verweer, en 'somtijts om gelt op de klavecimbel te spelen'. 

Slechts een klein tipje van de sluier, wat er verder gebeurd is in het ongetwijfeld harde leven van deze 17e eeuwse muzikante, daar kan ik enkel naar gissen.