Waarvan akte!

Help mee om de archieven van notarissen uit het Gelders rivierengebied beter toegankelijk te maken.

Stand van zaken

  • 17.144 scans
  • 376 deelnemers

  • 14.793
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 86.3% Ingevoerd
    • 57.1% Gecontroleerd
    Ingevoerd 98.9%
  • 9.785
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 86.3% Ingevoerd
    • 57.1% Gecontroleerd
    Gecontroleerd 69.7%
Meedoen aan dit project

Project info

 
Minte Poldervaart - RAR

Minte Poldervaart - RAR

'Wat zegde?' - Variatie in schrijfwijzen en ontstaan van vaste achternamen

Laatst bijgewerkt op: 

 

Yvonnelmc merkt op:

Rut(h) Hanegreef, of Hanegraef(f) wat is het nou? ik lees het toch steeds verschillend.

 

Verschillende schrijfwijzen voor dezelfde familienaam en zelfs variatie in geval het dezelfde persoon betreft, komen dan ook zeer regelmatig voor. 

Soms is in éénzelfde akte verschil te zien tussen de achternaam van ouder en kind of tussen broers/ zussen.

 

Een voorbeeld is de variatie in Hanegraafae en aa of f en ff.

De schrijfvaardigheid van degene die de akte opstelde was op de eerste plaats van belang en zo komt zelfs de schrijfwijze Hannegraaf voor. 

Ook het gebruik van dubbele klinkers, zoals oo, aa, ee, uu werden gaandeweg verkort tot één a, e, u, o, Haanegraaf is dus ook gebruikt.

Tenslotte werd de achternaam lange tijd opschreven, zoals het klonk. Wetgeving, zoals de huidige Naamwet bestond nog niet en de Burgerlijke Stand kwam tussen 1795-1811 in gebruik, maar werd nog niet heel precies gebruikt.

 

Heel accuraat was men dus niet. De gemeenschap was klein, men kende elkaar, wist welke comparanten bedoeld werden en dat was voldoende voor het opstellen van een akte.

 

Persoonsverwarring voorkomen

Het patroniem maakte vaak het belangrijkste onderscheid, waarmee het verschil tussen bijvoorbeeld neven werd aangeduid.

Door vaste vernoemingsregels kregen bijvoorbeeld twee broers Verwoert zonen met de naam Cornelis, echter het ene kind heet Cornelis Corneliszoon Verwoert en de andere Cornelis Janzoon Verwoert.

Ook de woonplaats kon een onderscheid tussen naamgenoten aanduiden, al bleven veel families bij elkaar in dezelfde plaats wonen.

 

Oorsprong achternamen

Tegenwoordig kennen we de Naamwet, vastgelegd in het Burgelijk Wetboek, en de Basisregistratie Personen (BRP).

Voor- en achternaam worden bij geboorte vastgelegd en aan gebruik van namen zijn formele regels verbonden.

Voor huidige notariële akten is de identiteit van de persoon vooraf gecontroleerd en bestaat geen twijfel over schrijfwijze.

Vanaf 1795 werd in delen van Limburg en Zeeuws-Vlaanderen begonnen met de aanleg van een Burgelijke Stand. Hiermee werd het mogelijk een opgegeven naam te controleren.

Met de invoering van de Burgelijke Stand op 18 november 1811 lag vast dat iedereen die nog geen achternaam had één vaste naam moest kiezen.

 

In veel streken werd het zogenaamde patroniem toegepast als achternaam, zoals Willems en Hendriks of Jansen.

Ook de naam van de boerderij of plaats (toponiem) waar men woonde of oorspronkelijk vandaan kwam, werd gebruikt; van de Park (bij Maurik) of van de Vooren (Fort Voorne of St. Andries bij Maasdriel) en ook van Ogtenvan Lienden en de Vries of van Drenth. Voorbeelden zijn ook: de Poorter, iemand met het recht binnen de poorten van een stad te wonen, of van Kasteele.

Verder verbasterden bijnamen tot vaste achternaam, zoals de Langede WitKromme of Crum.

Vaak werden namen op klank opgeschreven. De uitspraak onder invloed van dialect of accent had dus ook invloed op de schrijfwijze, zoals bij Huibers en Hubers (zuid) en Webers en Wiebers (oost).

In geval van buitenlandse namen, waarvan Weber (wever) al een voorbeeld is, is ook een andere schrijfwijze en zelfs betekenis te zien; Nachgeboren werd NaaktgeborenCrommelin werd Krommeling.

Tenslotte de beroepen of een verwijzing daarnaar als achternaam: Schipper, TimmerVerwerSmit, Veerman.

 

Vanaf 1811 (of waar van toepassing 1795) was het zo dat een kind altijd de achternaam van de vader kreeg en bij onbekende of niet erkende vader de naam van de moeder. De burgemeester kreeg het voorrecht een naam te kiezen van een vondeling.

 

Hoewel formeel vastgelegd, nam men het met de schrijfwijze dus lange tijd nog niet zo nauw. Ook werd vaak nog 'vergeten' mensen van een achternaam voorzien. 

Vooral bij gehuwde vrouwen kwam het voor dat men niet precies wist welke meisjesnaam in een akte moest worden vermeld. Wanneer bijvoorbeeld de vader en/of de eventuele broers al voor 1811 waren overleden en nog geen familienaam hadden gehad of omdat ze te ver weg woonden om precies te weten welke achternaam zij hadden aangenomen, was deze naam niet vast te stellen.

 

Kortom: met alle varierende schrijfwijzen kan stamboomonderzoek behoorlijk gepuzzel opleveren.

Toch nemen we de originele namen uit de akten letterlijk over, zelfs schrijffoutjes.

 

Mocht je ooit zoeken op een achternaam in een database, kun je de variaties 'omzeilen' met gebruik van * in de zoekopdracht.

Zo worden bijvoorbeeld vrijwel alle familieleden Hanegraaf vindbaar met de omschrijving Ha*negra*f*.

  • yvonnelmc

    yvonnelmc

    Dank je wel, weer, Minte. Heel leuk dat je de moeite neemt om zo uitgebreid op opmerkingen in te gaan. Maakt het extra leuk!

  • Betje van Buuren

    Betje van Buuren

    Hallo Minte,

    Echt leuk dat jij dingen die we in de aktes tegenkomen, uitzoekt en aan ons mededeelt. Zo leren we nog veel meer dan alleen welke soorten aktes er waren. 

    Mijn man heeft jaren geleden van een ver familielid de aantekeningen van haar stamboomonderzoek gekregen. Hierin konden wij lezen waarom zijn achternaam van Nuss geschreven wordt met 1 of met 2 ss-en:

    van Nuss is waarschijnlijk afkomstig van het duitse von Nuß, in het Nederlands dus van Nuss. In het verleden schijnen 2 broers zo'n hevige ruzie gekregen te hebben dat ze echt niets meer met elkaar te maken wilden hebben. Het is zelfs zover gegaan dat een van de twee zijn achternaam voortaan met 1 s is gaan schrijven. Vandaar dat je van Nuss en van Nus tegenkomt.