Waarvan akte!

Help mee om de archieven van notarissen uit het Gelders rivierengebied beter toegankelijk te maken.

Stand van zaken

  • 17.144 scans
  • 369 deelnemers

  • 14.679
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 85.6% Ingevoerd
    • 55.8% Gecontroleerd
    Ingevoerd 98.2%
  • 9.571
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 85.6% Ingevoerd
    • 55.8% Gecontroleerd
    Gecontroleerd 68.4%
Meedoen aan dit project

Project info

 
Minte Poldervaart - RAR

Minte Poldervaart - RAR

Zoutaccijns

Laatst bijgewerkt op: 

 

Borgtocht, 21 september 1934 – RAR 3182-2022-Ammerzoden, NL-TlRAR_03182-02022_0010, akte 9615

 

Borgtocht “Jacobus Hendrikus de Wit te Ammerzoden/ Wilhelmus Gerardus Antonius van Run vrijdom accijnszout”.

 

 

Belasting op zout is eeuwenoud. Vanaf 1806 is het als accijns opgenomen in het algemeen belastingstelsel.

De heffing van accijns geldt op dat moment voor onder meer:

 zout, zeep, gemaal door molens, geslacht vee, turf, gedestilleerde dranken, wijn en enkele handelsproducten als steenkool, brandhout, tabak, chocolade en fruit.

De wet op de zoutaccijns werd in 1942 buiten werking gesteld. De definitieve afschaffing volgde in 1951.

 

Tussentijds vinden in de uitvoering nog kleine wijzigingen plaats. Zo wordt de betaling van accijns verlegd van importeur naar leverancier en fabrikant tot aan de klant.

Tegenwoordig kennen we alleen nog accijns die is inbegrepen in de prijs – doorberekend aan de klant – voor alcohol, tabak en brandstof.

Inkomsten vanuit accijnzen vloeien van oudsher direct in de Staatskas.

 

 

In de ‘Algemeene wet over de heffing en regten van in- uit en doorvoer en van de accijnsen‘ werd de toepassing van accijnzen vastgelegd.

 

Algemeene wet van den 26sten augustus 1822, (Staatsblad, no.38), over de heffing der regten van in-, uit- en doorvoer en van de accijnzen – Delpher

 

 

In de originele akte bij de inschrijving in het repertorium is het uitgebreide verhaal te achterhalen.

 

Jacobus Hendrikus de Wit is bakker te Ammerzoden.

Hij verleent Wilhelmus Gerardus Antonius van Run, koopman, tegen borgtocht van 600 gulden vrijdom van accijns voor zout.

Jacobus Hendrikus de Wit neemt hiermee de verplichting tot afdracht van accijns van hem over en treedt op als borg en schuldenaar.

Daarbij wordt opgenomen dat de comparant, Jacobus de Wit, tevens de bijkomende bedragen betaalt, mits deze vallen onder de 600 gulden.

 

 

Vrijdom van accijns, Ammerzoden, 21 september 1934 – RAR 3182-2003, akte 9615

 

Van de afspraken over de accijnsbetaling wordt een borgbrief opgesteld – als bijlage toegevoegd aan de akte.

Deze borgbrief dient (nog) door de notaris doorgezonden te worden aan de ‘Administratie der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen’ in grosse – als gewaarmerkt, rechtsgeldig afschrift, zo meldt het schrijven.

 

Bijlage akte van Vrijdom van accijns, Ammerzoden, 11 februari 1935 – RAR 3182-2003, akte 9615

 

 

Een tweede bijlage, gedateerd 10 augustus 1935, vermeldt hoe de vrijwaring van accijns via borgstelling in zijn werk gaat.

 

Het briefje van de ‘Ontvanger der directe belastingen’ gericht aan de heer van Doornmalen vermeldt:

 

Wordt medegedeeld dat de heer Johannes Dikmans Jac zn  Schoolstr. 83 Ammerzoden als borg ten behoeve van uw groentenzoutersbedrijf tot een bedrag ad ƒ 500 is toe te laten.

Waar het bedrag boven ƒ 300 is zal een notarieele acte noodig zijn, waarvan aan mij een grosse in excutorialen vorm moet worden verstrekt.

Afstand moet worden gedaan van alle voorrechten en exeptiën neergelegd in art. 1466, 1868, 1874, 1875 Burgerl. Wetb. Terwijl de borg zich aansprakelijk moet stellen voor al hetgeen u aan den Staat der Nederlanden, ten deze door mij vertegenwoordigd, verschuldigd is of zult worden ingevolge bestaande of latere bepalingen inzake den zoutaccijns.

Voorts moet de borg zich verbinden op dezerzijdsch aanschrijven het verschuldigde binnen 30 dagen te voldoen en moeten het artikel 275 sub e en f den Algemeene Wet van 26-8-1822 s 38 daarin worden verwerkt.”

 

 

Groentezoutersbedrijven waren overigens talrijk in Ammerzoden. Zo werden door een aantal bedrijven onder meer komkommer en uien ingelegd in het zout, waarvoor de prijs en hoogte van de accijns op zout essentieel waren.

 

Bijlage akte van Vrijdom van accijns, Ammerzoden, 10 augustus 1935 – RAR 3182-2003, akte 9615

 

 

Net na de aktedatum (21 september 1934) wijzigen de bepalingen omtrent de vrijdom van zoutaccijns.

Wellicht houdt het aanhouden van de bekrachtiging van de akte hiermee verband.

Ook mogelijk houden de bijlagen verband met een eventuele verlenging van de vrijdom van accijns. Tenslotte diende deze elk jaar op nieuw per notariële akte vastgelegd te worden.