Ik heb net een heel aparte akte ingevoerd van notaris Gerrit Boldingh uit Hoorn in 1849.
De comparant koopman Hermanus Jacobus Tasman (zou hij een nakomeling zijn van Abel Tasman ?) laat vastleggen, met getuigen, dat van de 10 'lasten' (geen idee hoeveel dat is) Overijsselsche rogge die zijn aangebracht met het schip 'Vrouw Hendrika', slechts 5 lasten beantwoorden aan het monster, terwijl het overige gedeelte "op verre na niet met het monster overeen komt als zijnde Overijsselsche rogge".
Daarom wil de comparant de "voormelde rogge niet anders opslaan dan onder protest en dientengevolge zal stellen in het pakhuis (Groote Noord) en wel op de onderste zolder".
Waarom wordt de onderste zolder specifiek benoemd ? Misschien is dit een opslag met slechtere ventilatie dan op een hogere zolder omdat hij geen zin heeft om zijn beste zolders hiervoor te gebruiken ?
Hij neemt "geen genoegen met de levering en zal protesteren tegen alle kosten".
Aan het eind van de akte verklaart de schipper van de vracht dat hij weigert de akte mede te tekenen "als zich niet met deze zaak te willende inlaten".
De irritatie van de koper van de rogge klinkt door in de formele notariele tekst, heel grappig.
Jammer dat we niet weten hoe het is afgelopen.
Ook jammer dat al die verschillende lokale en regionale soorten granen verloren zijn gegaan.