Om de laatste 10.000 akten van Utrechtse notarissen uit de zeventiende eeuw te ontsluiten en daarmee een waardevol project te voltooien, doen we graag een beroep op u!
Misschien op de valreep toch nog een vraag: In 1811 kom ik akten tegen van overdracht van onroerend goed. De notaris noemt het een transportakte. Maar transport van onroerend goed kan toch alleen voor het gerecht? Bij ons is een overdracht alleen van roerend goed. Omdat wij geen transportakten kennen heb ik er toch maar een overdracht van gemaakt. Of was dit in 1811 veranderd?
Overdracht van onroerend goed vond tot 1811 plaats voor het gerecht waaronder het goed gelegen was. Evenals de vestiging en overdracht van plechten (hypotheken). De overheid had zo goed zicht op waar en bij wie ze belasting op dat goed kon heffen. Overdracht van onroerend goed dat via scheiding of testament van eigenaar veranderde (dus bij versterf) verliep echter wel via de notaris. Met de Franse wetgeving verschijnt in 1811 het kadaster dat op een systematische manier onroerend goed registreerde waaruit de overheden de gegevens konden putten voor hun onroerend zaak belasting. Onder invloed van de Fransen veranderde in 1811 ook het notariaat. Er werd geregeld dat over heel Nederland verspreid notarissen actief waren. Akten van eigendomsoverdracht van onroerend goed konden vanaf dat jaar geregistreerd worden voor de notaris, maar dat hoefde in eerste instantie nog niet. Vandaar dat we vanaf de intrede van de nieuwe regelgeving m.b.t. notariaat in 1811 opeens ook onroerend goed voor een notaris van eigenaar kunnen zien veranderen.