Senegal, 7 maart 2013.

“Bij dezen een kleine schets van mijn leven en hoe VeleHanden tot mij kwam.

Het zal novemebr 2011 zijn geweest dat ik de krant opensloeg en mijn oog viel op een groot artikel over VeleHanden. Ik vond het een spannend verhaal vooral omdat mijn kennismaking met het archief uit een ander tijdperk stamt. Toen ik voor het eerst archiefwerkzaamheden verrichtte was dat in het Rijksarchief van Groningen, eind 70er jaren, waarbij je via aanvraagbriefjes de gevraagde stukken kreeg. Die stukken moesten vaak uit de kelder komen, zeker als het om de originelen ging. Zo heb ik de originele akte gezien waarop mijn verre voorvader zijn eerste handtekening heeft gezet. Die handtekening was gezet in het jaar 1725. Een prachtig moment, ook omdat het veruit de meest sierlijke was van alle andere handtekeningen. Oorspronkelijk kwam hij uit het noorden van Duitsland en vestigde zich in Meeden (Groningen). Daar huwde hij een predikantendochter en het vermoeden is dat hij door het contact met een predikantenfamilie zo'n mooi schrift had.

Wat destijds door de medewerkers van het archief van beneden moest worden gehaald, komt nu rechtstreeks van boven via de cloud. Die hele ontwikkeling is in een snel tempo gegaan. Waar ik destijds met bus en trein naar het archief ging, kan ik nu vanuit Senegal rechtstreeks veel archiefwerk doen. Toen zat ik aan een lange tafel in een grote zaal met allerlei verschillende mensen die allemaal een potlood, een gom en een kladblok bij zich hadden. Nu zit ik ergens in de bush-bush en richt mijn antenne naar boven.

Daar zit hier het hele probleem, elke dag is het de vraag of er electriciteit is (zelf heb ik geen energievoorzieningen, het water wordt geput bijv.) en of er wel verbinding is. Die twee vragen zijn de eerste die ik me stel, elke morgen als ik opsta, en dat is als de muezzin de moslims oproept tot het eerste gebed, iets voor 5 uur. Daarna doe ik mijn mijnwerkerslamp om mijn hoofd en ga met de fiets door de wildernis naar het dorp waar ik van een klaslokaal gebruik mag maken. Tegen half acht moet ik er weer uit zijn omdat om 8 uur de lessen beginnen. Het is niet het enige werk dat ik doe want we zijn nog bezig met het bouwrijp maken van een plantage waarbij we nu een put aan het graven zijn. Wel een heel ander iets.

Het werken voor VeleHanden is een mooi, geisoleerd werk waarbij ik niet gestoord word, dit in tegenstelling tot het fysieke werk want hier in Afrika ben je nooit alleen en er is altijd wel iets te vertellen.”

Theo Karamba