Waarvan akte!

Help mee om de archieven van notarissen uit het Gelders rivierengebied beter toegankelijk te maken.

Current status

  • 17.144 scans
  • 374 participants

  • 14.759
    • 12.6% Unusable
    • 86.1% Entered
    • 56.8% Validated data
    Entered 98.7%
  • 9.744
    • 12.6% Unusable
    • 86.1% Entered
    • 56.8% Validated data
    Validated data 69.4%
Participate in this project

Project info

 
Minte Poldervaart - RAR

Minte Poldervaart - RAR

de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht en de commanderij van Ophemert-Tiel (1256-heden)

Updated at: 

 

 

Andréa Beeckman zag twee akten na elkaar met vermelding van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht.

 

Verkoop van hooigras te Ophemert, 25 juni 1896 – RAR 9-9183-Tiel, NL-TlRAR_0009-09183_0007, akte 122

 

“Gerrit de Haas te Gorinchem als lasthebber van de Duitsche Orde Balije van Utrecht aan Adam Rijnberk te Ophemert en anderen voor ƒ 328.=”.

en

“Gerrit de Haas te Gorinchem voor 6 jaren, aan Huibert van de Wal te Ophemert en anderen, samen jaarlijks voor ƒ 344.=”.

 


Verpachting bouwland Ophemert, 25 juni 1896 – RAR 9-9183-Tiel, NL-TlRAR_0009-09183_0007, akte 123

 

Ze merkt op:

De geschiedenis van deze orde gaat meer dan 8 eeuwen terug. Mooi artikel op: https://rdo.nl/explore-view/geschiedenis-2“.

 

 

Ook Femke de Slegte viel deze Orde op: “de RDO Balije in Utrecht even wat gegoogled, wat een bijzondere club.....”

 

Verkoop van hooigras te Ophemert, 17 juni 1904 – RAR 9-9191-Tiel, NL-TlRAR_0009-09191_0006, akte 96


De Ridderl. Duitsche Orde Balije van Utrecht aan Klaas Bart van Lent te Ophemert enz., samen voor ƒ 426.”

 

 

Frits K laat bij volgende akte weten:

“Misschien leuk voor een verhaaltje: deze den Heere C.P. de Vos als Rentmeester Generaal der Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht. Een orde die nog steeds bestaat.”

 

Akte van verkooping, 19 november 1818 – RAR 9-9036-Drumpt, NL-TlRAR_0009-09036_0006, akte 339

 

van elzen hout onder Ophemert, namens den Heere C.P. de Vos als Rentmeester Generaal der Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht voor ƒ 825.”

 

 

Zo is een talrijk aantal akten van verpachting en verkoping te vinden onder standplaats Drumpt en Tiel, waarin de Ridderlijke Duitsche Orde (RDO) wordt vermeld.

 

De Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht blijkt inderdaad ‘een bijzondere club’ én een orde die nog steeds bestaat sinds het jaar 1218 met de Balije in Utrecht vanaf 1232!

 

Wat is dat eigenlijk: een ridderlijke orde?

Wie zijn de leden van deze Orde en wat deden ze én doen ze precies?

 

Misschien wel de hamvraag...

Hoe komt deze Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht terecht in zoveel akten onder standplaatsen Drumpt en Tiel?

Wat of wie was de ‘Rentmeester Generaal’ die in de akten zaken doet namens de Orde?

 

 

Aan de hand van eeuwenoude archiefstukken en bekende personen uit het Rivierenland is een beeld te schetsen van deze bijna 8 eeuwen oude Orde.

 

Voor een actueel beeld van hun activiteiten blijken we overigens niet ver te hoeven zoeken.

De inwoners van Tiel en Ophemert kunnen nog steeds een beroep doen op financiering vanuit de Orde.

 

 

Voor de oorsprong van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht gaan we terug naar de tijd van de kruistochten.

Het is het jaar 1190. Adellijke ridders trekken tijdens een derde kruistocht door Europa met als doel Jeruzalem te heroveren. In hun kielzog geestelijken en een groeiende groep pelgrims.

 

Ridders van de Duitsche of Teutonische Orde (links) met (rechts) het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie (1155-1268) - Wikipedia

 

 

De kruistochten worden gesteund door geestelijken. Gewond kunnen ridders en pelgrims terecht in speciaal voor hen ingerichte kloosterhospitaals.

 

Europa wordt beheerst door oorlogen en staat voor een groot deel onder bestuur van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, waartoe ook Nederland enige tijd behoort.

De ridders uit dit gebied noemen zich de Ridderlijke Duitsche of Teutonsiche Orde en onderscheiden zich met een zwart kruis.

 

Overigens trekken ook ridders van de 1) Orde van Malta, 2) de Tempeliers en 3) de Orde van Sint Jacob van het Zwaard (van Santiago) door Europa met elk hun eigen kenmerken.

 

 

Deelnemen aan een kruistocht is een erezaak. Iedere edele in bezit van paard en harnas sluit zich aan of draagt bij door zijn bezit in grond te schenken aan de Orde.

De opbrengsten van het land komen ten goede van de zorg aan ridders en geestelijken. Hoe deze zorg wordt verdeeld, wordt bepaald door de Duitse grootmeester aan het hoofd van de orde.

 

Terwijl het grondbezit van de Orde zich uitbreidt, breidt ook het aantal plaatselijke vestigingen – commanderijen – zich uit.

 

In 1218 vestigt de Orde zich in Dieren, de eerste plaats in Nederland, gevolgd door nog eens 16 commanderijen.

In Utrecht opent in 1232 de Balije, hoofdvestiging voor de commanderijen verspreidt over vrijwel geheel Nederland.

Van deze in totaal 17 commanderijen zijn overigens vandaag de dag nog steeds 13 commanderijen actief.

 

 

Het Duitsche huis te Utrecht, vestiging van de Balije van Utrecht – Wikipedia

 

Commanderijplaatsen van de Ridderlijke Duitsche Orde in Nederland, gemarkeerd de huidige 13 commanderijplaatsen

Bron: Projectbeschrijving studie bezitsgeschiedenis Duitse Huis en Balije van Utrecht, J.A. Mol, Universiteit Leiden

 

 

Eén van deze commanderijen is commanderij Hemert/ Tiel, ontstaan door een samenvoeging van de commanderij Ophemert, die werd opgericht in 1256, en de commanderij van Tiel sinds 1328.

Zo krijgt ook Ophemert en vervolgens Tiel een Duitsch huis of Ordehuis.

 

“De oorsprong van het Duitsche Huis van Tiel aan de rivier de Waal ligt niet in de stad Tiel zelf, maar in het nabijgelegen dorp Hemert [tegenwoordig Ophemert] waar de Duitsche Orde in 1256 goederen verwierf en een huis sticht.

 

Pas vanaf 1328 is sprake van een Ordehuis in Tiel. In dat jaar deed het oude bisschoppelijke Sint-Walburgkapittel al zijn rechten op de Tielse Sint-Walburgkerk over aan de landcommandeur van de Balije van Utrecht.

 

Daarbij verkreeg de Orde ook het patronaatsrecht op de parochiële Sint-Maartenskerk. Behalve voor de zielzorg en de school daar waren de broeders ook verantwoordelijk voor de eredienst in de Sint-Walburgkerk en het pastoraat van het nabijgelegen dorp Drumpt.”

 

 

‘Sint Walburgenkerck’ met achter de kerk het Commandeurshuis – Detail Plattegrond en profiel van de stad Tiel, 1657 – RAR 0650-357 Atlas Regionaal Archief Rivierenland

 

De Ridderlijke Duitsche Orde vermeldt verder:

 

“Het huis was in de eerste helft van de vijftiende eeuw een van de rijkste Ordevestigingen van de balije.

Na de Reformatie mocht de commanderij blijven bestaan, mits zij bijdroeg in de kosten van de gereformeerde eredienst in beide Tielse kerken. Dat werd de Balije van Utrecht al spoedig te veel.

 

In 1648 deed zij afstand van haar rechten en in 1679 besloot ze de Sint-Walburgkerk te laten afbreken en droeg ze het gehele Ordebezit inclusief het achter de kerk gelegen commandeurshuis over aan de stad.

 

Het commandeurshuis werd in 1684 voor de sloop verkocht.

De contouren van de Sint-Walburgkerk zijn deels nog zichtbaar in het Stadspark.”

 

Plattegrond en profiel van de stad Tiel, 1657 – kader: ‘Sint Walburgenkerck’ – RAR 0650-357 Atlas Regionaal Archief Rivierenland

 

 

Het grondbezit door de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht gaat terug tot tenminste de 13e eeuw.

Voorondersteld wordt dat het behoort tot één van de oudste grondeigendommen van Nederland.

 

Het afgesplitste Nederlandse deel van de Duitsche Orde is vandaag de dag nog steeds eigenaar van 1.430 hectare landbouwgrond, blijkt uit de Volkskrant Top 300 grootgrondbezitters.

Ieder jaar keert de Orde 1,2 miljoen euro uit aan onder meer een aantal stichtingen in Nederland als de Voedselbank en de opvang van vluchtelingen door Kerk in Actie in Syrië.

Ook inwoners van de gemeenten Tiel en Ophemert komen in aanmerking voor projecten en particuliere hulpvragen, zoals de aanpassing van een woning of het volgen van een studie.

 

 

Portretten van de 80 landcommandeurs, Kapittelzaal in het Duitsche huis te Utrecht Wikipedia

 

 

De Orde transformeert zich in de loop der eeuwen van Katholieke tot Protestantse organisatie en weet zo haar eigendommen te behouden.

Na de Tweede Wereldoorlog splitst de Orde zich af van haar Duitse oorsprong en leden.

 

De voorwaarde voor lidmaatschap van de Orde is onveranderd en voorbehouden aan de adel.

Ook de aanstelling van een landcommandeur en rentmeester zijn ongewijzigd. Sinds de stichting van de Balije van Utrecht is inmiddels de 80e landcommandeur aangewezen.

 

Onder de landcommandeurs enige bekende namen uit het Rivierenland, waaronder baron Frederik Louis Willem van Brakell van den Eng, tevens bekend van het Fonds Hulpbetoon aan den arbeidende klasse in de buurtschap Meerten.

Ook de families van Pallandt, van Nagell en van Verschuer komen voor in lange lijst van namen met leden van de Orde.

 

 

Links: Portret van Frederik Louis Willem van Brakell als landcommandeur (1863-1865) van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht, 1864 – Streekmuseum Baron van Brakell

Rechts: Ordeteken van de landcommandeur, gouden keten met het kruis, 1927 – Wikipedia

 

 

Het Archief van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht bevindt zich in het Utrechts Archief.

Eén van de oudste akten over de gronden onder Ophemert is opgemaakt in 1314, voorzien van een zegel.

Het betreft een overdracht van eigendom of schenking aan het Duitsche huis van – aannemelijk – Hemert, waarmee het grondbezit van de Orde wordt uitgebreid met 3 roeden landbouwgrond.

 

 

Akte met eigendomsoverdracht door Arnoldus filius Glammen van Malsen aan Jacobus, commandeur van het Duitse huis, van 3 roeden land onder Hemert gelegen tussen dat van de Orde en Philips van Hemert, 1314

Utrechts Archief RDO_OA Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht 2852.0

 

 

Wetende dat grondeigendom eeuwenlang in stand is gebleven, wordt de kaart van grondeigenaren in 1832 via https://hisgis.nl/projecten/gelderland/  interessant.

Hoeveel grondbezit behoorde 1832 in Tiel en omstreken toe aan de Orde?

 

 

De eigendommen blijken wijd verspreidt over de plaatsen Echteld, Opijnen, Varik, Avezaath, Tiel en Zandwijk, Wadenoijen, Drumpt, Zoelen, Kesteren, Maurik, Meteren, Zennewijnen en Ophemert.

 

Ophemert is de plaats die het meest genoemd wordt in akten in dit project, zoals in deze akte met ‘verkooping van elzenhout’ uit 1818.

Christiaan Paulus de Vos (1781 -1857) treedt op als Rentmeester Generaal van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht.

Hij beheert de onroerende goederen voor de Orde, ook wel domeinen, soms als zodanig vermeldt als Rentmeester der Domeinen Ridderlijke Duitsche Orde.

 

 

Akte van verkoop, 19 november 1818 – RAR 9-9036-Drumpt, NL-TlRAR_0009-09036_0006, akte 339

 

 

In 1832 bezit ‘de Kommanderij van Tiel’ onder Ophemert alle roodomlijnde percelen.

Wellicht is te achterhalen waar het elzenhout vandaan kan zijn gekomen, afgaande op grondgebruik.

 

Alle percelen onder eigendom van ‘de Kommanderij van Tiel’, Ophemert, 1832 – Hisgis.nl

 

De percelen beslaan bouwland (akkers), weiland en – de zwart omkaderde percelen – bos en elzenbos, allen gelegen in ‘de Steendert’ te Ophemert.

 

Percelen elzenbos onder eigendom van ‘de Kommanderij van Tiel’, Ophemert, 1832 met kaart van Ophemert – Hisgis.nl/ Topotijdreis.nl

 

 

'De Steendert' of 'Steijndersche Block' blijkt inderdaad al eeuwen in bezit van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht.

 

Uit een akte opgemaakt in 1598 worden de pachters genoemd van percelen in dit tiendblok, waarover zij tiendbelasting verschuldigd zijn.

 

De titeltekst “Opteijckeningen vande generale mergentaellen gehoorende totter Commendurie bijnnen Tijell alsoe die selve mergentaellen tusschen sijn bepalinghe inde tijndt blocken tot Ophemert gelegen sijn gelijkck voilcht” vermeldt dat het een overzicht betreft van gronden onder Ophemert in eigendom van de Commanderie van Tiel met betrekking tot de tiend, die betaald dient te worden naar oppervlakte.

 

Zo wordt per tiendblok vermeldt welke personen grond pachten met de oppervlakte, uitgedrukt in het aantal morgen.

 

Vermeld worden de pachters Ot Weijmersz, Tijs Sijberts en Cornelis Jansz tot Wadenoijen in het “Steijndersche Block”, heden bekend als ‘de Steendert’.

In 1598, ten tijde van deze telling, hebben de gronden onder ‘de Steendert’ een oppervlakte van 1 hond 28 morgen.

 

Staat houdende opgaaf van de pachters en de grootte van de landerijen van de commanderij van Tiel in de tiendblokken te Ophemert ten behoeve van een belastinginning, 1598

Utrechts Archief RDO_OA Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht 2905.0

 

 

Het feit dat gronden onder Ophemert die sinds tenminste 1314 dezelfde eigenaar kennen, is bijzonder te noemen.

De opbrengst van dat land dat al eeuwen geldt ter ondersteuning voor vele mensen is uitzonderlijk te noemen!

 

 

 

  • yvonnelmc

    yvonnelmc

    War een mooi verhaal weer, en zo bijzonder wel dat deze orde, hedendaags nog zoveel doneert aan goede doelen en daar volgens mij niet mee te koop loopt. 

  • Andréa.be

    Andréa.be

    Weer een heel mooi en interessant verhaal Minte. Dit maakt dit project zo leuk en interessant!