Grepgras wordt in het Engels ook wel Goosegrass genoemd, letterlijk 'ganzengras'. Ganzen blijken dan ook gek op het plantje.
Tegenwoordig wordt het vanwege de geneeskrachtige werking als voedingssupplement verkocht voor mens en dier.
Hoewel de oude naam anders doet vermoeden, is Grepgras geen familie van de grassen.
Galium aparine – Wiki: Bilder ur Nordens Flora, Stockholm, 1917-1926
Al een vermoeden?
De Galium aparine is een plant uit de sterbladigenfamilie (Rubiaceae).
De Nederlandse naam dankt de plant aan het feit dat het aan vrijwel alles blijft vastzitten dat in de buurt komt. Dat komt door de vele haakjes die aan de stengel en de vruchten zitten.
Zo worden de vruchten met zaden over grote afstand verspreid.
Kleefkruid
Het kleefkruid houdt van arme grond – akkerlanden met zowel licht als schaduw en een redelijk vochtige grond – en overwoekert de oorspronkelijke vegetatie.
Tegenwoordig wordt kleefkruid als onkruid beschouwd.
Vroeger werd het echter gebruikt voor meerdere doeleinden.
Veevoer was de meest gebruikte toepassing.
Oude Griekse herders gebruikten echter de stengels met weerhaken ook als zeef om melk te zeven.
In Zweden wordt deze methode nog steeds gebruikt.
In grote delen van Europa werd het gedroogde, gematteerde blad van de plant ooit tevens gebruikt om matrassen mee te vullen.
Kleefkruid is daarnaast eetbaar en te koken als bladgroente of als kruid in de thee.
De gedroogde vruchten – kleefbollen – bevatten cafeïne, waarvan gedroogd en geroosterd een surrogaatkoffie werd gemaakt.
De plant heeft een geneeskrachtige werking op de lymfen en bij schaaf- en brandwonden.
Aannemelijk wordt overigens het grepgras in de akte - samen met de verkochte partij haver - gebruikt als veevoeder.
Vrij vertaald zou grepgras kunnen staan voor 'grijpgras', kleefkruid dus.
Het valt mij iedere keer weer op dat Google weinig oude woorden en benamingen weet te verklaren. Ik had wel gezien dat het ook een Noors woord is maar heb dat verder niet bekeken. Weer wat geleerd.