Schilderijenbezit bij Amsterdammers in de 17de en 18de eeuw
Laatst bijgewerkt op:
In de uitnodiging voor de bijeenkomst van vanmiddag schreef Pauline "Reizigers in de 17e eeuwse Republiek merkten het grote aantal schilderijen op in de huizen van Nederlanders".
Spreker Jan van Campen vanmiddag voegde daar nog aan toe (hij had een bron, maar die heb ik niet genoteerd.) dat ook de hoeveelheid porselijn opmerkelijk werd gevonden.
Dat hoor je wel vaker. "Iedereen" in de 17de eeuw zou schilderijen bezitten. Op basis daarvan zijn schattingen gemaakt van hoeveel schilderijen er wel niet geweest zouden zijn en de conclusie dat veel van deze schilderijen in de loop van de tijd verloren moeten zijn geraakt.
Maar is dat echt zo?
Ik kan niet over de 17de eeuw spreken, maar in de 18de eeuwse boedelbeschrijvingen kom ik maar zelden vermeldingen tegen van schilderijen. Dat een scheepstimmerman op Oostenburg geen schilderijen heeft, daar kan ik me wat bij voorstellen. Maar ook bij boedelbeschrijvingen van koopmannen op de Heren- of Keizersgracht is het maar mondjesmaat.
Is dat toeval omdat ik net de verkeerde notarissen doe?
Wat zijn de ervaringen van de mensen die de 17de eeuwse notarissen doen? Hoe vaak kom je daar in boedelbeschrijvingen en -scheidingen schilderijen tegen? (En natuurlijk: hoe vaak niet, terwijl je het op basis van de 'status' wel zou verwachten?)
Zou er ook verschil zijn tussen de 17de en 18de eeuw?
Ik ben benieuwd naar jullie constateringen. Je reacties graag hieronder!