Het is Juffrouw Fredriks, koffieschenkster in het Hoogduijtsche Coffijhuijs bij de Vijgendam, al vaker opgevallen dat haar dienstmeid Marrie Rustlever zo lang boven bleef als er 'manvolk' was, met name ene heer Cocq (what's in a name?). Opeens draagt Marrie ook een gouden ketting. Ze sluipt een keer op kousevoeten naar boven en gluurt door 'de scheur van de deur' om te zien wat haar meid daar uitvoert. "Jij bent niet alleen een hoer, maar ook een dief, want waar heb je die goude ketting van daan?" wil Juffrouw Fredriks weten, maar Marrie bezweert haar dat ze geen gouden ketting heeft. Als de zilversmid heeft bevestigd dat ze er wel een heeft, zegt Marrie dat die haar in liefde gegeven was. Of ze zwanger is, wil Juffrouw Fredrik vervolgens weten. Marrie zweert 'met de gruwelijkste eeden' dat ze niet zwanger is, 'ja zelfs voor haar de rokken opgeraapt hadde, en sijde, ziet of sulcx waar is - en daar bij voegende, als ick wat dick ben, soo is het van al het mol drincken dat ik daagelijks moet doen.'
De tweede meid, ook door Juffrouw Fredriks ondervraagd wat Marrie toch altijd boven te doen had als De Cocq er was: "Juffrouw, ik heb wel gesien, als ik dogh het seggen moet, dat Cocq Marrie heeft op sijn schoot gehadt en haar borsten gevoelt, en haar soende, maar wat ik verder gesien heb durf ik niet seggen, want Marrie mijn geswooren heeft de nek te zullen breeken wanneer ik sulcx seijde."
En ja hoor: Marrie, uit het koffiehuis gezet, is in de kraam, en wordt nog meermalen met De Cocq gezien, 'wandelend langs de vesten', buiten de Raampoort. De Cocq bezoekt haar bovendien, bij haar zwager Zeegers en gaat daar dan, merwaardig genoeg, bij haar 'sitten huijlen'.
HENDRIK APPEL 1730-1758 - 1 - Beginner - 10102 - (1732-1732) - KLAM04479000147 - KLAM04479000149