Onderstaande beschrijving, uit de boedel van Gerrit Hopcoper, goudsmid, weduwnaar van Elisabeth Sael, vind ik wel heel mooi:
"Nogh inde voorsz. Zijlkamer
Een eijcke kas staende op een eijcke voet
daerin
Een authaer met gemarmelde geschilderde
Pilasters met drie schilderijtjens,
uijtbeeldende. De geboorte, De drie
koningen, en de besnijdenisse Christi,
sijnde boven int verwulfsel geschildert
de Hemelvaert van Maria. daer vooren
hangende Een silvert kroontje met
achtien pijpjens alle draetwerck,
Item een silver voetje met een ditto pellicaentje
Een swart hout kruijske daer aenhangende
een silvert beeltje van Christus, Twaelff
kleijne en ses een slagh grooter alle silvere
kandelaertjens, drae, en Twee kleijne ende een
slagh groter silvere draetwerck Armtjens,
Een silver dompertje, drie silvere uijtgesneden
Namen. Een van Jesus, ende twee van Maria
met een goutplaetje daerin uijtgebeelt Ster„ Claes
ende een palmhoutje communie=banckje, staende
op de voorsz. eijckekas een L: vrouw beeltje van steen"
Een altaar met pilasters, schilderijen, een gewelf daarboven, kruisbeeldje, kandelaartjes compleet met dompertje, etc. Je ziet het haast voor je. O.a. door dat kleine communiebankje begon ik te denken dat het om een soort van miniatuurkerkje gaat.
JACOB DE WINTER 1648-1710 - 3 - 2414 - A33443000313