afgedwongen kwitantie
Laatst bijgewerkt op:
Barend van Dalen heeft een obligatie op Barbera Akersloot van 1500 gulden en wil geld zien. Barbera, die een 'bedienigh' van 500 jaarlijks, 'wesende het opsien van de vullisbelden' in Den Haag, zegt dat contract aan hem over te willen doen om haar schuld in te lossen. Ze nodigt hem uit om te komen tekenen op haar plaats genaamd Rustenburg. Hij komt en Barbera legt hem een kwitantie voor 1100 gulden voor, die Barend weigert te ondertekenen. Barbera verlaat de kamer, nadat ze ramen en deur heeft gesloten, en komt even later terug met 'twee manspersonen' die Barend tegen de grond gooien en zijn benen vastbinden. Een van de twee houdt zijn linkerhand vast en de ander zet hem een 'bloot mes' op de keel. Barend ziet zich genoodzaakt te tekenen. Hij en Anna van Rotterdam, zijn meegebrachte getuige die ook 'seer deerlijk is geslaghen' en met haar eigen gouden ketting bijna is gewurgd nadat ze om hulp riep, verklaren wat ze Barbera hebben horen zeggen: "snijt dat oude beest en die schelm de hals maar af, ik heb het daer nu opgestelt, ik hebbe de duijvel in" en "nu heb ik het na mijn sin, ik sal het mijn procureur laaten weeten dat ik elf hondert gulden heb afgedaen."
JOHANNES VAN VILEKENS 1706-1753 - 1 - Beginner - 7552 - (1725-1725) - NOTC00414000594 - NOTC00414000595
