Mooie messen
Op de Lijnbaansteeg beschrijft notaris De Winter op 7 december 1680 (NOTC01140000139) de boedel van messenmaker Albert Willemsz Kramer en zijn vrouw Geesje Jacobs. De lemmetten werden (net als nu) geimporteerd uit Solingen. Maar de heften werden door de messenmaker zelf gedraaid, vooral van ivoor van olifanten en (het veel moeilijker te bewerken) walrusivoor.
Opvallend is de werkelijk enorme voorraad (honderden!) olifants- en walrustanden. Daarnaast zijn er 300 robbenvellen, een grote partij schilden van schildpadden, zeepaerttanden (?), 2 steenbok horens en twee gesneden zwarte renochershoorns (neushoorn). Er zijn onnoemelijk veel verschillende messen voor mannen, vrouwen, jongens en kinderen, ingelegd, bewerkt of van paarlemoer, barnsteen en agaat en een "moy mes met een leeuw" en een "moy mes met een eenhoorn".
Ze verkochten in de winkel niet alleen messen maar er waren ook kammen van ivoor of schildpad en honderden Japanse rottingen. Dit zijn dunne wandelstokken gemaakt van een soort bamboe (calamus) die destijds (tweede helft van de 17de eeuw) geweldig in de mode waren. De messenmaker draaide hiervoor ivoren knoppen, vooral van roze ivoor maar ook van agaat en soms bekleedde hij ze met robben- of haaienvel.
Van haaienvel, schobben(geschubt)leer of segrijn werden de scheden van de messen, foudralen en (brillen)kokers gemaakt.
Tenslotte ging je naar Albert en Geesje voor een vogelkooi! Hij had er oa. 47 van kersenhout en koperdraad en je kon er ook terecht voor vogels. Ze hadden 13 "levendige Canarievogels" en "een goudvinckje". Ach...