Waarvan akte!

Help mee om de archieven van notarissen uit het Gelders rivierengebied beter toegankelijk te maken.

Stand van zaken

  • 17.144 scans
  • 376 deelnemers

  • 14.800
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 86.3% Ingevoerd
    • 57.1% Gecontroleerd
    Ingevoerd 98.9%
  • 9.793
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 86.3% Ingevoerd
    • 57.1% Gecontroleerd
    Gecontroleerd 69.7%
Meedoen aan dit project

Project info

 
Minte Poldervaart - RAR

Minte Poldervaart - RAR

Krijtende tienden

Nel Warner merkt op:

"Ik ben gewoon nieuwsgierig, heeft geen belang bij het invoeren. Ik ben het al zo vaak tegen gekomen.

Verkoop van krijtende tiend. Wat is dat?

Als ik het opzoek kom ik op: krijtende tienden, wat met belasting van jong vee te maken heeft. Wordt dan de belasting verkocht? of het vee?

Zelf altijd gedacht dat tiend een soort riet was, maar wat is dan 'krijtende tiend'?"

 

 

Krijtende tiend heeft inderdaad betrekking belasting op jong vee.

Het dier bleef in bezit van de eigenaar, die hiervoor per geboren dier een vastgestelde belasting afdroeg aan de kerk of heer.

Tot 1909 bestond in Nederland het recht om tiendbelasting te heffen.

 

 

Geschiedenis tiendbelasting

 

Een tiende, kortweg tiend genoemd, is een van oorsprong kerkelijke belasting waarbij men een tiende deel van de opbrengst van landerijen en boerderijen diende af te dragen.

Het recht om tienden te heffen wordt tiendrecht genoemd.

Degenen die de belasting moesten afdragen, waren tiendplichtig.

Van oorsprong was het tiendrecht een kerkelijke belasting. Later hieven landheren deze gelden.

 

Eigenaren mochten slechts negentig procent van de opbrengst van het land of uit de boerderij zelf houden.

Tien procent, het tiende deel, van de oogst bleef voor de tiendheffer op het land staan en voor elk stuk vee dat op de plaats geboren was, moest een vastgesteld bedrag worden betaald.

Waar eerst de goederen werden afgedragen, werd dit later een deel van de opbrengst in geld.

 

Niet iedereen was tiendplichtig.

De tiendplicht rustte niet op een persoon als zodanig maar op een eigenaar van een tiendplichtig goed.

De rechten waren dus verbonden aan het goed en bij een verandering van eigenaar bleef het recht verbonden aan het goed.

Vandaar dat in oude akten vaak nadrukkelijk werd aangegeven als een stuk land tiendvrij was.

Hiermee wist de nieuwe eigenaar dat hij niet jaarlijks tienden hoefde af te dragen van zijn opbrengst.

 

Al in de 17e eeuw werd het tiendrecht dikwijls verpacht. Dit gebeurde gewoonlijk met een openbare verpachting.

De hoogste bieder werd tiendheffer voor een bepaalde periode, doorgaans één jaar, en droeg, in ruil voor de werkelijke inkomsten, een afgesproken pachtsom af aan degene die uiteindelijk het tiendrecht bezat.

 

In dorpen waar de tiende door meerdere partijen werd opgehaald, werd het inningsgebied zorgvuldig afgebakend of via een tiendebeschrijving te boek gesteld. 

Soms kan men nog hardstenen paaltjes aantreffen, die destijds dienst deden als afbakening van een tiendblok. Dit zijn de zogenaamde tiendpalen.

Het inningsgebied werd in deelgebieden verdeeld, dit werden tiendblokken of kampen genoemd.

 

Met het inwerkingtreden op 1 januari 1909 van de Tiendwet 1907 verviel in Nederland de tiendplichtigheid.

De gerechtigden van de tiendheffing werden door de regering schadeloos gesteld; de tiendplichtingen werden door de regering belast met een dertigjarige rente op hun grond, de tiendrente.

 

 

 

De naam van de tiend verwijst naar het produkt waarover belasting werd geheven.

 

De soorten tiend veelvoorkomend in de akten zijn:

Korentiend of Grove tiend

- Krijtende tiend of Vleestiend

- Kleine of Smalle tiend

 

Ook wordt in de akte verwezen naar zogenaamde tiendblokken.

 

 

Korentiend of Grote / Grove tiend

 

Verreweg de belangrijkste tiend was de Korentiend, ook wel Grove tiend genoemd.

Deze gold voor haver, rogge, gerst, boekweit, enz.: alle graansoorten

De gebruikers van tiendplichtig land moesten de oogst in gelijke hopen of schoven opstellen, zonder ze uit te zoeken.

Daarna moest hij de tiendhouder in kennisstellen en minstens 24 uur alles laten staan.

Kwam de tiendheffer niet opdagen dan kon de boer zijn deel opbergen, als hij het tiende deel van de oogst maar liet staan.

Voor de duidelijkheid markeerde de boer/pachter elke tiende schoof met een takje; deze schoof behoorde dan tot de tiend.

Zo goed als alle akkers in de gemeente waren tiendplichtig, in sommige buurten zelfs alle.

 

 

Krijtende tiend of vleestiende

 

Elke boerderij met dieren had te maken met krijtende tiend, ook wel vleestiende of bloedtiende genoemd.

Deze tiende heeft betrekking op paarden, koeien, schapen, ganzen, varkens, kippen, bijen, enz. 

Voor elk lam, kalf, big en veulen, dat op de hofstede was geboren, moest een vast bedrag worden afgedragen.

Deze tiend was nogal eens een bron van onenigheid; het was voor de tiendheffer vaak moeilijk te bewijzen dat een jong dier op de boerderij geboren was en niet elders was gekocht.

 

 

Kleine of smalle tiend

 

Over peulvruchten, wortelen, knollen, hop en dergelijke werd kleine of smalle tiend geheven. 

 

 

Tiendblokken

 

Toen de tienden in later eeuwen in particuliere handen kwamen, ontstond versnippering van de tiendrechten door verkoop, schenking of vererving.

De tiendeigenaar verenigde dan de tienden van verschillende percelen in dezelfde buurt tot een tiendblok.

De blokken kregen in de loop der tijden vaak de naam van de eigenaar of de buurt, eerst in de volksmond, later formeel.

Ook de vorm van het perceel of de aard van de ondergrond kwamen vaak terug in de naam van een tiendblok.

 

 

 

 

  • Jenneke Kievit

    Jenneke Kievit

    O, Minte wat een fantastisch verhaal weer! Ik wist het wel ongeveer, maar nu ben ik helemaal bij. Dankjewel.