Waarvan akte!

Help mee om de archieven van notarissen uit het Gelders rivierengebied beter toegankelijk te maken.

Stand van zaken

  • 17.144 scans
  • 376 deelnemers

  • 14.802
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 86.3% Ingevoerd
    • 57.1% Gecontroleerd
    Ingevoerd 98.9%
  • 9.795
    • 12.6% Onbruikbaar
    • 86.3% Ingevoerd
    • 57.1% Gecontroleerd
    Gecontroleerd 69.7%
Meedoen aan dit project

Project info

 
Minte Poldervaart - RAR

Minte Poldervaart - RAR

Frederik Hendrik van Persijn (1828-1904) - Protector van het Elisabeth Weeshuis te Culemborg

Laatst bijgewerkt op: 

 

Hans van der Linden merkt in de volgende akte de naam Frederik Hendrik van Persijn op.


Wie hij was en vooral welke rol hij als protector had voor het Elisabeth Weeshuis te Culemborg in 1865 is te lezen in het volgende artikel.

 

Koopakte en transport, Culemborg, 15 februari 1865 – NL-TlRAR_1516-09117_0006

 

Koop en transport

Albertus Cornelis van de Water te Amsterdam woonachtig, verkooper, Het Elisabeths Weeshuis te Culenborg kooper met de acceptatie van Mr. Frederik Hendrik van Persijn wonende te Culenborg.

 

Frederik Hendrik van Persijn (1828-1904) was rechter en burgemeester.

Tot 1866 woonde hij in Culemborg, waar hij kantonrechter was (1854-1866) en ook trouwde.

Hij was actief in de gemeentelijke politiek als raadslid.

Vervolgens vertrok hij naar Amersfoort en was daar achtereenvolgens werkzaam op de arrondissementsrechtbank en als burgemeester van Amersfoort (1877-1883).

 

Frederik Hendrik van Persijn vervulde daarnaast diverse maatschappelijke functies.

Hij was onder meer president van het Nut van 't Algemeen, penningmeester van de Spaarbank, secretaris van de afdeling van het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen en voorzitter van het college van curatoren van het gymnasium in Amersfoort.

 

In de koopakte en transport opgemaakt te Culemborg in 1865 treedt Frederik Hendrik van Persijn op als protector – een weeshuisfunctionaris – voor het Elisabeth Weeshuis te Culemborg (1860-1866), onderdeel uitmakend van het College van protectoren.

 

Frederik Hendrik van Persijn, circa 1877

 

 

Het Elisabeth Weeshuis Culemborg


Het weeshuis van Culemborg ontstond uit de nalatenschap van Elisabeth van Culemborg (1475-1555).

Zij was de laatste Vrouwe [gravin] van de Heerlijkheid Culemborg. Toen zij kinderloos stierf, liet zij haar vermogen en landerijen na aan de stad Culemborg.

In haar testament bepaalde zij dat haar nalatenschap ten goede moest komen aan de 'regte armen'.

Als eerste werd de nalatenschap aangewend om een weeshuis te bouwen.

In 1560 werd dit eerste nieuwgebouwde weeshuis in Nederland geopend. Uitzonderlijk voor die tijd, waar voorheen bestaande gebouwen werden betrokken.

 

In 1952 – na bijna 400 jaar na de opening – vertrok het laatste weeskind uit het weeshuis.

Aan de buitenzijde is het gebouw aan de Herenstraat 29 in Culemborg sinds de bouw vrijwel niet veranderd.

Tegenwoordig is hier het Elisabeth Weeshuismuseum gevestigd, samen met onder meer de bibliotheek en de volksuniversiteit.

Ook onveranderd, nog steeds wordt de nalatenschap van Elisabeth van Culemborg beheert door het College van protectoren.

 

Elisabeth Weeshuis te Culemborg – RAR 1236-4963 Fotocollectie Culemborg

 

 

Bestuur – protectoren


Vanaf 1795 worden de protectoren van het Culemborgse weeshuis door het stadsbestuur benoemd.

Voordien werd het protectoraat ambtshalve door functionarissen uit stad en graafschap bekleed, in de regel door de drost en de burgemeesters.

Van 1860 tot 1866 was Frederik Hendrik van Persijn protector van het Elisabeths Weeshuis te Culemborg, vermeld B. Blommers in: Een graafschap onder de last van de admodiatie dl. 2 - bijlagen (ongepubliceerde doctoraalsciptie; Utrecht, 1989.

 

Het college van protectoren beheert al meer dan vierhonderdvijftig jaar de nalatenschap.

Tot 1952 hielden zij toezicht op de weesvader en -moeder of 'binnenvader en moeder' die de dagelijkse gang van zaken in het weeshuis leidden voor wezen en overig personeel.

De protectoren bepaalden tevens welke wezen werden toegelaten tot het weeshuis.

 

 

Wezen in het Elisabeth Weeshuis te Culemborg, zonder jaartal – RAR 1401-185 Prentbriefkaartencollectie Culemborg

 

 

“Het Elisabeth Weeshuis gaf vier eeuwen lang onderdak aan zo’n 700 weeskinderen. Jongens en meisjes die hun ouders hadden verloren door ziekte of bijvoorbeeld een brand.

Kinderen uit vaak kleine arbeidershuisjes werden gebracht naar het grote statige weeshuis in de binnenstad van Culemborg. Dat moet overweldigend zijn geweest. Het weeshuis was een wereld op zich.

Met washuis, bakhuis, bierbrouwerij, boerderij en een grote moestuin en boomgaard.

De weeskinderen leidden in het Elisabeth Weeshuis een eenvoudig leven in een strak dagritme. Opstaan, bidden, schoolgaan en de weesouders en keukenmeid helpen bij het huishouden, tuinieren en eten maken.

Jongens en meisjes leefden gescheiden in een aparte jongens- en meisjesvleugel. Broertjes en zusjes mochten niet met elkaar praten.

De Protectoren, invloedrijke mensen uit de stad, hielden toezicht en bepaalden wie er werd toegelaten.

Door de verhalen van oud-wezen weten we dat het leven in het Elisabeth Weeshuis zwaar kon zijn. Er was eten en drinken en een bed, maar er waren ook veel regels en soms ook straf.”

 

 

Bron: elisabethweeshuismuseum.nl

 

 

Een jongen en een meisje als wezen van het Elisabeth-Weeshuis in Culemborg, 1860 – RAR 1158-109 Atlas Culemborg

Uit: Gedenkschrift uitgegeven door de Protectoren van het Elisabeth-Weeshuis te Culemborg, ter gelegenheid der viering van het drie honderd jarig bestaan, den 28 augustus 1860, door J.C. Gaade