A van der Meer

Interview met: A van der Meer

8 juli 2014

Even voorstellen

“Ik ben Antoine van der Meer. Ik woon in de stad Groningen, ben inmiddels 54 jaar oud en ik werk als vrijwilliger in de Martinikerk. Eigenlijk ben ik kunst historicus maar niet afgestudeerd. Ik heb daarnaast interieur architectuur gedaan en heb een grote belangstelling voor genealogie.”

Waarom VeleHanden?

“Ik ben via het Amsterdams Archief terecht gekomen bij VeleHanden. Ik vind het gewoon ontzettend leuk om te doen. Ik doe ook met name mee aan Nijmegen omdat het mijn geboortestad is. En dat je toch ineens het idee krijgt hoe ontzettend veel mensen daar gewoond moeten hebben. Met name ook omdat een groot gedeelte van de oude binnenstad in jaar en dag niet meer bestaat. Het historisch besef. Daarnaast het meewerken aan een groter geheel. Ik heb ook jaren lang voor het CBG rouwadvertenties ingevoerd. Ook dit deed ik gewoon puur omdat je vind dat het zoveel makkelijker moet worden om alle spullen die in stoffige archieven liggen, veel sneller en beter toegankelijk moeten worden. Waaraan je kunt meewerken zo toegankelijk mogelijk te maken. Daar is VeleHanden een goed platform voor.”

Leukste project?

“Ik werk mee aan de bevolkingsregisters van Amsterdam en aan de bevolkingsregisters van Nijmegen. Dat is mijn geboortestad daarom vind ik het erg leuk om te doen. Waarom ik Amsterdam heel erg leuk vind is omdat je toch steeds het idee hebt dat je ergens wel weer een keer een beroemdheid tegen hoopt te komen die je dan leuk kunt melden. Daarnaast omdat het zo ontzettend leuk is om te zien hoe opgepakt mensen geleefd moeten hebben. Wat een gigantische gezinnen in de meest kleine hokjes gepropt zijn. Bij Nijmegen is het meer een soort herkenning, bijvoorbeeld van straten waarvan je weet dat die bestaan moeten hebben. Je gaat daarbij veel meer het verhaal erachter opzoeken en hoe die straten ook alweer allemaal gelopen hebben.”

Wanneer op VeleHanden?

“Ik probeer elke dag nadat ik een hele dag in de Martinikerk gewerkt heb, mij op iets heel anders te concentreren en dan VeleHanden te gaan doen. Dus meestal is dat wel twee dagen in de week, dat ik gedeeltelijk online ben om dingen in te voeren.”

Wat kunnen we verbeteren?

“Ik vind de nieuwe versie van VeleHanden aanzienlijk verbeterd. De invoermogelijkheden zijn handiger. Wat ik wel nog een nadeel vind, is de wat tegenstrijdige berichtgeving in de invoerinstructies. En dat gaat dan met name over het letterlijk invoeren van dingen. Dat kan wat strenger beleid worden.”